In de loop der jaren wordt binnen het gezin van Joyce van Maaren vijf keer de diagnose autismespectrumstoornis gesteld : bij vier van haar vijf kinderen én bij haar man.
In Een gezin met autisme vertelt ze openhartig hoe haar leven elke keer weer op z’n kop komt te staan. En hoe het gezin telkens weer op zoek moet naar een nieuw evenwicht.
Joyce gaat door een moeizaam acceptatieproces, maar beseft al snel dat zij zelf het heft in handen moet nemen. Ze weigert een slachtofferrol aan te nemen en neemt zich voor om ondanks alle zorgen elke dag als een feestje te zien. Haar positieve houding helpt haar verder in de ontdekkingstocht van het leven met haar turbulente gezin. Een gezin waarin autisme de regel is in plaats van de uitzondering.