Van niets naar iets is een autobiografie waarbij een jongen met autisme een inkijk in zijn leven geeft van hoe hij de wereld ervaart met zijn autisme, waarbij hij streeft naar een grotere acceptatie voor mensen met autisme.
Déwa is nog maar een paar weken oud als hij wordt gescheiden van zijn tweelingbroertje en wordt opgevoed door zijn oom en tante. Al snel blijkt dat Déwa anders is dan andere kinderen. En als hij zes is wordt hij gediagnosticeerd met autisme, iets wat de rest van zijn leven zal bepalen.
Zijn omgeving geeft hem al snel de indruk dat hij dom is en nooit iets zal gaan bereiken. Telkens weer wordt er getwijfeld aan zijn capaciteiten. Maar gelukkig komen er ook mensen op zijn pad die wél in hem geloven.
'Laat jezelf nooit door andere mensen naar beneden halen en blijf altijd in jezelf geloven"
In deze biografie laat hij zien dat hij ondanks zijn autisme van Niets naar Iets is gekomen